Boek recensie ‘Het nieuwe non-profit-management in theorie en praktijk’
Het nieuwe non-profit-management in theorie en praktijk, geschreven door Tom Bosman laat in de praktijk en in theorie de overeenkomsten en verschillen tussen manager in de profit en manager in de non-profit zien.
‘Het nieuwe non-profit-management in theorie en praktijk’ van Tom Bosman heeft een praktisch en een theoretisch deel, waarbij het praktische deel bestaat uit een negental interviews met deskundigen in het veld van management in profit en/of non-profit. Bosman tekent onder het genot van een lunch hun best practices op en sluit ieder interview af het weergeven van de sleutelwoorden van de geïnterviewde en met het noemen van de locatie, de inhoud en de kosten van de lunch. Dat managers in de profitsector duurdere lunches bestellen blijkt niet het geval!
Het theoretisch deel bevat de belangrijkste conclusies uit de interviews en theoretische beschouwingen over de ontwikkelingen in het vak. Hierbij heeft Tom Bosman medewerking gekregen van prof. dr. S. Desmidt, prof. dr. M. Easton, prof. dr. B. Verschuere en prof. dr. J. Voets. De auteur, Tom Bosman is directeur Marketing, Communicatie en Gezondheidspromotie at Bond Moyson Oost-Vlaanderen. Hij is een Belgische auteur die ook Belgische experts (twee vrouwen en zeven mannen) interviewt over hun Belgische management praktijk.
Uit deze praktijkverhalen blijkt dat de non-profit managers het niveau van ‘geitenwollen sokken’ wel ontstegen zijn. Vaak doen zij qua kennis, kunde en vaardigheden zeker niet onder voor hun profitcollega’s. Die overigens wel significant meer betaald krijgen.
Uit de praktijkverhalen, verteld door managers die soms alleen aan de profit, soms alleen aan de non-profit kant werken en een tweetal aan beide zijden, wordt helder waarom een groot aantal managers dat de overstap maakt van profit naar non-profit niet slaagt in de nieuwe job. De omgekeerde overstap, van non-profit naar profit komt weliswaar veel minder vaak voor maar kent ook een lager afbreukrisico.
Sommige interviews zijn wat oppervlakkig van karakter, zoals het interview met Inge Vervotte, voorzitter van Emmaus; het ander interview met Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) is daarentegen bewonderenswaardig, persoonlijk en openhartig.
In het theoretische deel neemt Bosman de per interview genoemde sleutelwoorden als uitgangspunt bij het trekken van conclusies. Hij gaat op zoek naar de grootste gemene delers in die sleutelwoorden en maakt die tot thema’s in zijn theoretische beschouwingen. Hij onderscheidt de volgende thema’s: Commercialisering, professionalisering, waarde, kader en bewegingsruimte, samenwerking, doelstellingen, innovatie, personeelsbeleid en tenslotte organisatiestructuur en beleidsprocessen.
Bosman sluit het theoretisch deel af met een beschouwing over hybridisering: Vloek of zegen? En concludeert tezamen met zijn deskundigen dat non-profit management duidelijk in ontwikkeling is maar dat het toepassen van systemen en modellen uit de profitsector geen doel op zich is en zeker geen garantie is voor succes.
Dit boek laat zich vlot lezen door de vorm van interviews. De theoretische beschouwing is een aardig extraatje. Qua taal- en woordgebruik sluit het boek niet helemaal aan bij de Nederlandse woordkeuzes en praktijk. Een voorbeeld: ‘Als er één duidelijke parallel is met haar vroegere job als minister dan is het wel het schipperen tussen medewerkers permanent valoriseren en responsabiliseren en tegelijkertijd het maatschappelijk belang vooropstellen.’ Wat in België Raad van Bestuur wordt genoemd, is in Nederland de Raad van Toezicht. Dat schept soms verwarring maar is zeker niet onoverkomelijk bij het lezen van dit boek.
Wie neemt de uitdaging aan om een aantal Nederlandse experts te interviewen over dit onderwerp? En wat zeker interessant is om dit vraagstuk eens op internationaal niveau te beschrijven; wat mij betreft te beginnen in Europa.
Trackbacks & Pingbacks
viagra online
WALCOME
Reacties zijn gesloten.