Boek recensie ‘Handboek Corporate Governance’

Handboek corporate governance - Stefan Peij

Alweer een handboek over corporate governance? Ja, dat klopt en dit is alweer de vijfde druk. Verandert er dan zoveel dat er een compleet herziene druk moest komen? Nee, in theorie is er niet zoveel veranderd maar in de praktijk wel. Daarom dit handboek om te kijken hoe de governance code in de praktijk gebruikt wordt en hoe de code verbeterd kan worden.

Stefan Peij is directeur en oprichter van de Governance University; een internationale opleidings- en governance praktijk. Hij is redactielid van het tijdschrift Goed Bestuur & Toezicht. Peij is gepromoveerd op ‘Commissaris op de Bestuurdersstoel’.

De auteurs die onder de redactie van Stefan Peij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek maakten deel uit van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. De resultaten van deze commissie zijn vastgelegd in dit handboek. De opbouw van het boek valt in drie delen uiteen: allereerst een algemene beschouwing over de huidige stand van zaken van corporate governance in Nederland; ten tweede een beschrijving over de waardering van de code in het dagelijks gebruik door zowel zijn directe gebruikers (de bestuurders, commissarissen en aandeelhouders) en de indirecte belanghebbenden zijnde de banken, accountants etc. Ten slotte heeft de commissie onderzocht of de bestaande code aanpassingen verdient en zo ja welke aanpassingen dat dan moeten zijn.

De uitwerking van de drie doelstellingen van dit boek vindt plaats aan de hand van het ‘nine box model’ (waarom deze Engelse term gebruikt wordt is niet duidelijk). Helaas komen de termen die in dit model gebruikt worden niet overeen met de corresponderende hoofdstukken.

Aan de hand van strategische beschouwingen voeren de diverse auteurs ons mee naar het operationele gebruik van de code in het dagelijks gebruik. Vervolgens wordt het onderwerp ‘In control’ behandeld waarbij vanuit verschillende risico perspectieven de rol van o.m. een auditcommissie en de externe accountant wordt geschetst.

Jaap Koelwijn schetst ons tenslotte een perspectief waar de komende jaren de accenten voor wat betreft corporate governance komen te liggen en welke consequenties die hebben voor het functioneren van de commissarissen, bestuurders en aandeelhouders en andere belanghebbenden. Zijn conclusie dat er geen behoefte is aan meer regels maar dat de behoefte veeleer ligt in andere regels, ondersteun ik van harte.

Het is jammer dat in dit handboek de maatschappelijke organisaties, zoals o.m. stichtingen en corporaties niet aan de orde komen. Een handboek met de titel Handboek Corporate Governance doet toch anders vermoeden.

Maar concluderend is Handboek Corporate Governance en praktisch handboek met bijzondere aandacht voor de samenstelling van de raad en met praktische tips over houding, gedrag en cultuur binnen die raad. Elke commissaris kan hier meteen mee aan de slag!