“Heel frustrerend”, noemt Martina Sarris, bestuursvoorzitter van het NBA Stagebureau, haar zoektocht naar vrouwelijke kandidaten voor dat bestuur. “Een belangrijk actiepunt afgelopen jaar was het werven van nieuwe bestuursleden. We streven in de samenstelling van het bestuur naar een evenwichtige verdeling tussen verschillende werkdomeinen en mannen en vrouwen.” In de Woman Leadership-groep op het NBA-communityplatform beschrijft ze haar ervaringen.
“Ik ben verbaasd over de sollicitaties die ik ontving. De mannen die reageerden waren of net ingeschreven of bijna met pensioen en hadden geen relevante bestuurservaring. Tijdens de oriënterende gesprekken die ik met enkele van hen had bleek dat ze zich amper hadden voorbereid. Het vormde een sterk contrast met de vrouwen die op de vacature reageerden. De vrouwen belden, voor ze hun sollicitatiebrief opstuurden, eerst met een bestuurslid of een medewerker van het Stagebureau. Hun cv’s waren indrukwekkend. Ze hadden eerder bestuursfuncties vervuld en pasten prima in het profiel. Toch haakte een aantal van hen in tweede instantie af. Ze waren bang dat het een te zware tijdsbelasting zou worden. Ook voelden ze zich onzeker over de verantwoording die bij een bestuursfunctie hoort.”
Sarris respecteert de afweging die de vrouwelijke kandidaten maakten, maar het knaagt wel. “Het Stagebureau bewaakt de kwaliteit van de praktijkopleiding. Dat houdt in dat je als bestuur regelmatig contact hebt met accountants in hun rol als beoordelaar. Die stuur je aan en je velt ook een oordeel over ze. Het lijkt alsof mannen het minder lastig vinden in die rol te stappen. Misschien moeten we opnieuw contact opnemen met degenen die afhaakten en een bestuurder als sponsor benoemen.”
Sprong
Herkennen andere vrouwen die aarzeling? “Ik ben nooit zo bang dat zaken mislukken”, aldus Monika Bankert, NBA-bestuurslid, interim-manager, consultant en schrijver. “In dat opzicht ben ik atypisch. Dat heeft wellicht met het ondernemerschap te maken dat mij met de paplepel is ingegeven. In een beschermde omgeving is het misschien lastiger om die stap te wagen. Ik heb twintig jaar ervaring in bestuurswerk. Onder andere als penningmeester bij verschillende stichtingen en in een raad van toezicht. Toen ik werd gevraagd voor het NBA-bestuur hoefde ik niet lang na te denken. Ik heb een boek geschreven – ‘Voor onze dochters’ – waarin ik oproep tot vrouwelijk leiderschap. Dan moet je de daad bij het woord voegen.”
Bankert noemt een aantal mogelijke redenen waarom vrouwen afhaken. “Als een bestuur alleen maar uit mannen bestaat, voelen vrouwen geen klik. Een mannelijke cultuur is competitief. Dat spreekt vrouwen minder aan. Onze grootste valkuil is perfectionisme. Daarvan hebben mannen minder last. Het is een overblijfsel uit de evolutie. Vrouwen zijn verzamelaars. Die moeten het juiste besje plukken. Daardoor onderschatten vrouwen zichzelf. Misschien is het een idee voor de NBA om een cursus aan te bieden die vrouwen voorbereidt op bestuursfuncties en aandacht heeft voor de verschillen. Zodat ze leren om die sprong te maken.”
Haantje
Het idee dat een mannenbastion vrouwen in hun ambitie belemmert, hoeft niet in alle gevallen op te gaan. Voor Annique van der Ha, oprichter en eigenaar van Haverbeek Accountants en Belastingadviseurs gold het tegendeel. “Toen ik twintig jaar geleden voor het eerst werd gevraagd voor een bestuursfunctie twijfelde ik. Binnen de afdeling Zuid van de NBA kwam een bestuursfunctie vrij. Een bestuurslid vroeg of dat niets voor mij was. ‘Kan ik dat wel?’, dacht ik. In het bestuur zaten alleen mannen, die ook nog eens ouder waren. Die mannenvonden het wel leuk dat ik er bij kwam. Ze trokken mij ook over de streep toen er een paar jaar later een nieuwe voorzitter moest komen. ‘Jij kan dat gewoon’, zeiden ze.”
Toen Van der Ha in 2019 door de huidige SRA-voorzitter Diana Clement werd gevraagd als bestuurder van de Ledengroep Openbare Accountants (LOA) moest zij daarover wel nadenken. “Ik ben geen haantje. Word ik niet ondergesneeuwd? Dat is niet het geval. De nieuwe generatie vrouwen voelt zich zelfverzekerder, is mijn indruk. Ik benader zelf ook wel eens vrouwen voor bestuursfuncties. ‘Ik heb het druk genoeg’, is meestal de eerste reactie. En ze vragen zich af wat het ze brengt. We moeten vrouwen er misschien al aan het begin van hun carrière op wijzen. Vorige week hadden we als bestuur de Young Profs op bezoek. Dat zijn de toekomstige bestuurders.”