Boek recensie ‘Ontregelen’
Het boek Ontregelen, de herovering van de werkvloer transparantie, door Jos van der Lans, gaat over de bureaucratie in de publieke sector en is een vervolg op Koning Burger (2005). In dit boek wordt onderzocht waar al die professionals die de samenleving als werkvloer hebben, zijn gebleven. Ze zijn steeds minder op de werkvloer te zien. Bureaucratische regels, angstige protocollen en geduldig registrerende computersystemen houden deze professionals steeds meer van hun werk.
Waar komt die bureaucratisering vandaan en, nog veel belangrijker, hoe het tij te keren. Ontregelen, de herovering van de werkvloer, is een titel die velen zal aanspreken, wie immers kent niet de reclame van de paarse krokodil?
Jos van der Lans is publicist en cultuurpsycholoog. Van 199 tot medio 2007 was hij lid van de eerste kamer voor Groen Links,m te als portefeuilles volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, volksgezondheid en welzijn, cultuur en media. Jos is als geen ander bekend met de publieke sector en de in en onzin van de (bureaucratisch) regels die daarbij horen. Hij plaats het in historisch, politiek en professioneel perspectief en illustreert dat met voorbeelden uit de volkshuisvesting. Het aardige van dit boek is dat Jos ook aangeeft hoe we die professionals weer terug kunnen en moeten krijgen op de werkvloer.
Er werken ongeveer een miljoen professionals in de publieke sector en hoe kunnen vervreemdende krachten zo ontregeld worden dat professionele beslissingen geijkt worden aan reële situaties in plaats van aan administratieve dictaten? Immers professionals ervaren hun publieke taken als steeds lastiger en een groeiend gevoel van onbehagen maakt zich van hen meester door bureaucratische controle systemen, prestatieregels en registratieverordeningen.
Zij zien het uitvoeren hun werk gereduceerd tot cijfers in een tabel. Van der Lans verklaart aan de hand van vijf krenkingen hoe de afstand van de professional tot de werkvloer is ontstaan:
- het geitenwollensokkentrauma: er werd ernstig de draak gestoken met de welzijnswerkers
- de hulpverleningspraktijk veranderde van goedwillendheid en empathie in ‘voor wat hoort wat’
- alle verschillen tussen mensen hebben een sociale (en dus manipuleerbare) oorzaak. Deze stelling moest onder invloed van e.a. Buikhuizen, worden verlaten
- de verstoring van de multiculturele droom
- eigen verantwoordelijkheid.
Hoe kan de afstand tussen de professional en de werkvloer worden verkleind? Allereerst moet dan de vraag beantwoord worden wat het fundament is van de publieke sector. Van der Lans geeft aan dat dat de relatie is tussen de burger(s) en de professional(s). Natuurlijk moet die relatie aan een aantal algemene eisen voldoen zoals toegankelijkheid, erkenning van de professionele deskundigen, wederzijds vertrouwen en wederkerigheid, nabijheid en doel- en oplossingsgericht. Van der Lans geeft hierbij als voorbeeld de huisarts. Welnu als de essentie van de sector bekend is evenals de daaraan te stellen eisen hoe kunnen dan praktisch gezien stappen worden ondernomen om die relatie weer centraal te stellen in plaats van de cijfers?
Het aardige is dat in dit boek geen ontwerpprincipes voor de relatie noch voor een stappenplan worden gegeven. Nee van der Lans geeft tien ontregelprincipes, zoals b.v. maak verantwoording functioneel voor professioneel handelen en geef professionals een gezicht, durf kleinschalig te denken. Met deze ontregelprincipes heeft Jos mij zeker aan het denken gezet, immers in mijn werkveld, dat van de zorg, is de roep om professionals op de werkvloer, de zogenaamde handen aan het bed en niet alleen achter de computer groot.
Dit boek heeft ook mede geleid tot het starten van een werkgroep die nadenkt over kleinschaligheid en authenticiteit in de zorg.
Het boek is helder geschreven en daardoor voor iedereen, zowel voor burgers alsook voor professionals toegankelijk.